ONSTUIMIGE ZONDAG

Het onstuimige weer van zondag was het weerfeit van de afgelopen week en dagenlang werd er gespeculeerd hoe zwaar de storm zou zijn. In onze regio was de reguliere wind slechts hard, windkracht 7, aan zee een stormachtige wind, elders in het land, vooral aan zee een storm of zelfs een zware storm op de Wadden. In de middag zondag een zwaarste windstoot in Nieuwerkerk ad IJssel van 90 km per uur. De neerslag stelde overdag nauwelijks iets voor.

Christophorus

Stormen waarvoor het KNMI een code oranje of rood voor windstoten uitgeeft, krijgen per september 2019 een naam. Veel gestelde vragen over de naamgeving van stormen.

Waarom krijgen stormen een naam?

Uit onderzoek in Groot-Brittannië blijkt dat naamgeving van stormen het bewustzijn van gevaarlijk weer verhogen, een consistente boodschap aan het publiek geeft en mensen ertoe aanzet actie te ondernemen om schade en letsel te voorkomen. Het benoemen van stormen door het KNMI kan de communicatie van naderend gevaarlijk weer via de media en andere overheidsinstanties helpen.

Waarom sluit het KNMI nu aan?

Het seizoen waarin stormen kunnen voorkomen, begint in september. Vanuit EUMETNET, een netwerk van Europese Nationale Meteorologische Diensten, wordt een systeem ontwikkeld met stormnamen voor heel Europa. Momenteel is er een aantal groepen actief, waarbij steeds meer landen aansluiten. Het KNMI maakt deel uit van de westgroep, daarin werken de weerdiensten Met Office (Groot-Brittannië) en Met Éireann (Ierland) al langer samen.

Wanneer krijgt een storm een naam?

De criteria voor het benoemen van stormen is gebaseerd op een combinatie van zowel de impact die het weer kan hebben als de kans dat het weer optreedt. Een storm krijgt een naam bij een code oranje of code rood voor windstoten.

Waarom zijn er geen stormen met de letters Q, U, X, Y en Z?

Om te voldoen aan de internationale afspraken voor stormnamen van het National Hurricane Center, zijn er geen namen die beginnen met de letters Q, U, X, Y en Z. Dit zorgt voor consistentie voor de officiële naamgeving van stormen in de Atlantische Oceaan.

Hoe worden de namen gekozen?

In Groot-Brittannië en Ierland kan het publiek suggesties voor namen insturen. Daaruit zijn de populairste geselecteerd. In Nederland heeft het KNMI voor dit eerste jaar een lijst opgesteld. Van de namen van de drie landen is een definitieve lijst gemaakt.

Gaat het KNMI volgend jaar ook de samenleving bij de naamgeving betrekken?

In de toekomst kan het zijn dat wij ook het publiek bij de naamgeving van stormen gaan betrekken. Of en wanneer is nog niet duidelijk. We zullen na het komende stormseizoen evalueren hoe de naamgeving van stormen is gegaan.

Verschijnt er ieder jaar een nieuwe lijst met namen?

Ja, elk jaar in september - aan het begin van het stormseizoen - verschijnt een nieuwe namenlijst.

Hoe vaak komen stormen voor?

In Nederland komen stormen een paar keer per jaar voor. In het vorige stormseizoen 2017-2018 kregen in Groot-Brittannië en Ierland tien stormen een naam. De jaren daarvoor vijf stormen (2016-2017) en elf stormen (2015-2016).

Krijgen we steeds meer stormen in Nederland?

Klimaatmodellen laten geen toename zien in winterstormen, de waarnemingen laten een afname zien boven het binnenland. Een mogelijke oorzaak is de verruwing van het landschap: meer gebouwen en bossen remmen de wind af. De hoogte van stormvloeden neemt wel toe: de wind boven zee heeft geen trend maar de zeespiegel stijgt.

Hoe zit het met orkanen die uiteindelijk als storm ons land bereiken?

Als een storm een overblijfsel is van een tropische storm of orkaan die de Atlantische Oceaan is overgestoken, verwijzen wij naar deze storm als bijvoorbeeld ‘ex-orkaan X’. Dit doen we om verwarring over naamgeving te voorkomen.

Hoe zit het met namen van stormen in de rest van Europa?

Het KNMI neemt per september 2019 deel aan een samenwerkingsverband van EUMETNET waarbij stormen een naam krijgen. Momenteel zijn er twee actieve groepen in Europa, de west- en zuidwestgroep. Nederland (KNMI) maakt samen met Groot-Brittannië (Met Office) en Ierland (Met Éireann) deel uit van de westgroep. De zuidwestgroep wordt gevormd door Frankrijk, Spanje en Portugal. Op dit moment wordt er ook een zuidoostgroep rond de Middellandse Zee ontwikkeld. Ieder blok heeft zijn eigen namenlijst, maar als de storm zich van het ene naar het andere gebied verplaatst behoudt deze zijn eerst gegeven naam. (bron KNMI)

De week begon maandag met bewolkt weer, maar af en toe brak de zon nog door. Er stond een stevige wind. Het werd tijdelijk 11 graden. In de avond volgde enige lichte regen.

In de nacht van maandag op dinsdag vielen enkele buien soms met hagel. In de ochtend was het droog, maar in de middag trokken er weer buien over. Het waaide stevig door. Overdag werd het maar 7 graden. Maandagavond was het nog ruim 9 graden.

Woensdag was een droge dag met zonnige perioden en wolkenvelden. De wind was zwak uit het westen. Het werd ruim 7 graden.

Het was donderdag een droge dag met een afwisseling van wolken en zonnige momenten. Het werd 7 graden. Er stond maar weinig wind.

Er was vrijdag nauwelijks bewolking en de zon scheen ongehinderd. De wind was matig van kracht en kwam uit het zuidoosten. Het werd 7 graden.

Aanvankelijk brak zaterdag de zon nog even door, maar al snel raakte het volledig bewolkt en in de middag viel er enige regen. Het werd bijna 10 graden.

Een bewolkte en onstuimige zondag, maar overdag viel er nauwelijks neerslag. De wind was hard, maar de zware windstoten van 90 km per uur zorgde toch voor enige schade. Het werd 12 graden.

De weerspreuk van de week:

’t Is voor de oogst bijzonder goed,

als Sint-Aplonia (9-2) ’t waaien doet!